Met
de aangepaste outfit en Algemeen Nederlands omwille van de aanwezigheid van jury
werd een select publiek twee uur rondgeleid in de narratieve wereld van Do. Voorwaar
aan de aandacht van de toeschouwers te zien - geen poses -niet de rondleiding
van "Dodo".









Vaak
vertelt de onderhoudende gids met handen en voeten. Er waren nogal wat gelegenheidsfotografen.
Alle aandacht werd telkens weer aangescherpt door de fithoudende verplaatsingen
van de relikwieën, naar de "maquette", van de H.
Bertinus naar de "porte du Paradis.








Onder
de toren werd het verhaal in een leskleedje gestopt. Onder de klokken - de 'voormoderne
megafoon' van de parochie - werd verteld over de brandweer 'avant-la-lettre'.
Zonder het te bewijzen, - maar vertellers moeten niets bewijzen - werd, bij de
bestijging van de toren, de steen uit de Catharinakerk aangewezen. En aan de buitenkant
werd dan wel een beeldje getoond waar niemand van weet wie het is. Wie het weet
mag het aan Do gaan zeggen
.










De
afronding werd een cultuurmoment met het gedicht van de wandelende jood. De verbeelding
van bepaalde toeschouwers nam de vrije loop. De hoed van de verteller dacht op
die andere Jood en zette de hoed op een van de grote beelden van een houten 'stuurman
aan wal'.





Dank
aan Henri Vandenberghe voor de info en foto's.
Foto's
en teksten die niet voldoen aan deze voorwaarden zullen systematisch geweigerd
worden.